Resolutie

De resolutie van de drukgegevens wordt aangegeven in dpi (dots per inch) en bepaalt de drukkwaliteit van het product op doorslaggevende wijze. Daarbij geldt in principe: Hoe hoger de dpi-waarde, des te beter de drukkwaliteit. Als reactie hierop verschijnt het drukbeeld bij een te laag dpi-getal pixelig en onscherp.

Welke resolutie is voor mijn drukgegevens nodig?

Maak uw drukgegevens in de telkens vermelde resolutie aan a.u.b. Deze vindt u in het gedeelte "Instructies voor drukgegevens" op de productpagina's in onze onlineshop.

In principe geldt voor de meeste gedrukte producten de richtwaarde 300 dpi in de originele grootte – zowel voor het document met drukgegevens zelf als voor geïntegreerde foto's.

 

Vooral bij grootformaat producten kan de vermelde waarde afwijken: Want hoe groter de afstand tussen motief en toeschouwer, des te lager mag de resolutie zijn. 

 

Posters dienen te worden aangemaakt met ten minste 200 dpi in de originele grootte, en reclamesystemen zoals displays, banners, vlaggen, plots, presentatiedisplays, PVC-zeildoeken, evenals spanframes met ten minste 150 dpi in de originele grootte. Neem ook hier nota van de gegevens op de productpagina's in onze onlineshop.

 

Waarom is het dpi-getal zo belangrijk voor het drukken? 

Een digitale foto beschikt over een beperkt aantal beeldpunten (pixels). In verband met de afmetingen van de foto ontstaat de resolutie, die in dpi (dots per inch) wordt aangegeven. Met betrekking tot het drukken kan men eenvoudiger zeggen: hoe meer dpi een bestand heeft, des te scherper is het drukresultaat. 

 

Voorbeeld: In Photoshop wordt een document met drukgegevens in het formaat A4 (210 x 297 mm) met een resolutie van 300 dpi aangemaakt. Vervolgens worden twee foto's waarop hetzelfde motief staat, in het document gesleept. Het enige verschil: De ene foto heeft een resolutie van 300 dpi en de andere foto heeft een resolutie van 72 dpi.

 

De foto met 72 dpi wordt in het document met drukgegevens kleiner weergegeven dan de foto met 300 dpi (zie onderstaande foto's rechts en links). Reden voor het verschil in grootte: De beide foto's passen zich aan de 300 dpi-richtlijn van het document met drukgegevens aan. De foto met de resolutie van 300 dpi blijft daarom in de originele grootte behouden. De foto met 72 dpi daarentegen "krimpt", zodat de resolutie voldoet aan de vereiste 300 dpi.

De foto met 72 dpi wordt in het document met drukgegevens kleiner weergegeven.

De foto met 72 dpi wordt in het document met drukgegevens kleiner weergegeven.

Dat de foto met 72 dpi beschikt over minder beeldpunten wordt nog duidelijker, wanneer het in het document met drukgegevens wordt vergroot naar dezelfde afmetingen als de foto met 300 dpi (zie het rechterdeel van de foto). Nu ziet de foto met 72 dpi er pixelig en onscherp uit. Dit effect kan nog worden versterkt, wanneer nog verder wordt ingezoomd.

Wanneer de foto met 72 dpi wordt vergroot, wordt deze pixelig en onscherp

Wanneer de foto met 72 dpi wordt vergroot, wordt deze pixelig en onscherp

 

Hoe kan een foto zonder verlies worden vergroot?

Om ervoor te zorgen dat een foto bij het aanmaken van de drukgegevens zonder verliezen kan worden vergroot en toch zijn goede resolutie behoudt, moet deze in voldoende kwaliteit, dat wil zeggen met een hoge pixel-aspectverhouding beschikbaar zijn.  

 

Hoe kan ik controleren of de resolutie van mijn foto's voldoende is?

Vaak is niet de resolutie van alle drukgegevens, maar alleen de drukgegevens van één afzonderlijk vormgevingselement (bijv. van een afbeelding of van een schaduw) te laag en dient te worden vervangen.

 

Eenvoudige controle met gratis Adobe Acrobat Reader 

Open de drukgegevens van uw pdf-bestand met de gratis Adobe Reader en vergroot de weergave van het document naar 400 procent. Bekijk de afbeeldingen van uw gehele document met drukgegevens stuk voor stuk. Wanneer afzonderlijke foto's of designelementen er pixelig of onscherp uitzien, is uw resolutie te laag.

 

Wanneer uw drukgegevens beschikbaar zijn in jpg- of tiff-formaat, kunt u deze met een gebruikelijk fotoweergaveprogramma openen en zoals beschreven bekijken.

 

Bij het onderstaande voorbeeld is te zien dat de resolutie bij de bovenste afbeelding te laag is – hier ziet het fragment van de foto er bij vergroting naar 400 procent te pixelig uit.

Controle van de resolutie van afzonderlijke foto's door vergroten naar 400 %

Controle van de resolutie van afzonderlijke foto's door vergroten naar 400 %

 

Gedetailleerde controle met Adobe Acrobat Pro

Met Adobe Acrobat Pro kunnen de afbeeldingen die in de drukgegevens staan nog gedetailleerder worden bekeken. Klik daarvoor in het programma op "Gereedschappen" > "Afdrukproductie" en selecteer vervolgens rechts in het venster "Preflight". Onder "PDF-analyse" vindt u de regel "Paginaobjecten weergeven, gegroepeerd op objecttype". Selecteer de regel en klik in het Preflight-venster rechtsonder op "Analyseren".

Preflight-gereedschap van Adobe Acrobat Pro: screenshot van het dialoogvenster (bron: https://helpx.adobe.com/nl/acrobat/using/analyzing-documents-preflight-tool-acrobat.html)

Preflight-gereedschap van Adobe Acrobat Pro: screenshot van het dialoogvenster (bron: https://helpx.adobe.com/nl/acrobat/using/analyzing-documents-preflight-tool-acrobat.html)

 

Nu wordt uw af te drukken document bekeken. In de lijst met resultaten staan vervolgens één of meerdere regels die beginnen met het woord "beeldresolutie". Deze geven al aan welk dpi- of ppi-waardebereik de drukgegevens van uw document bevatten.

 

Open alle regels die waardebereiken bevatten, die kleiner zijn dan het voor uw product vereiste dpi-getal. Door te klikken op de afzonderlijke regels/foto's verschijnt rechts het veld "Tonen". Zo kunt u de afzonderlijke afbeeldingen in uw pdf-document laten weergeven (blauw gestippeld kader). Als alternatief kunt u ook linksonder "In de Snap tonen” selecteren en een voorvertoning van de afzonderlijke afbeeldingen laten weergeven.